Symptomen
Paarden met blaasstenen kunnen last hebben van:
- Moeilijk of pijnlijk plassen
- Bloed in de urine (hematurie)
- Koliekachtige symptomen zoals onrust of buikpijn
- Veranderde plasgewoonten, zoals vaak kleine beetjes plassen
- Soms volledige plasretentie bij grote obstructies
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door lichamelijk onderzoek, echografie en/of endoscopie van de blaas. Röntgenfoto’s kunnen aanvullend nuttig zijn, vooral bij calciumrijke stenen die zichtbaar zijn op de röntgenfoto.
Behandelingsmogelijkheden
De behandeling hangt vooral af van de grootte van de blaassteen:
- Kleinere stenen worden meestal via een staande procedure behandeld, een urethrotomie. Hierbij wordt een incisie in de plasbuis gemaakt om de steen te verwijderen. Dit gebeurt bij een staand, gesedeerd paard.
- Grotere stenen vereisen een laparotomie, een chirurgische ingreep waarbij de buik wordt geopend onder algemene anesthesie om de steen uit de blaas te verwijderen.
Prognose en risico op recidief
De prognose na behandeling is over het algemeen goed. Echter, blaasstenen kunnen regelmatig terugkeren (recidieven). Daarom is goede nazorg en regelmatig controleonderzoek belangrijk.
Preventie
Preventieve maatregelen zijn lastig, maar kunnen het risico verminderen:
- Voldoende schoon drinkwater beschikbaar stellen
- Dieet aanpassen voor een goede mineralenbalans
- Regelmatige urinecontroles bij paarden met een voorgeschiedenis
- Stress en uitdroging vermijden, vooral bij sportpaarden