NM (Nucleaire Geneeskunde / Scintigrafie / Botscan)
Scintigrafie biedt een volledig overzicht van het skelet van het paard. Na een opwarmperiode wordt het paard geïnjecteerd met een radiofarmacon (Tc99m-HDP) dat zich bindt aan de minerale fase van het bot (hydroxyapatiet). Een gamma-camera met hoge resolutie registreert vervolgens zones met verhoogde opname van het radiofarmacon, bekend als “hotspots” of IRU (Increased Radiopharmaceutical Uptake), wat wijst op verhoogde botactiviteit.
Veelvoorkomende indicaties:
Scintigrafie wordt uitgevoerd terwijl het paard staat en is bijzonder waardevol bij het opsporen van verborgen of beginnende letsels die met andere beeldvormingstechnieken nog niet zichtbaar zijn. Aangezien IRU enkel verhoogde activiteit aangeeft en niet de exacte oorzaak, is aanvullende gerichte beeldvorming — zoals radiografie, CT of MRI — vaak nodig om de aard van het letsel verder te bepalen.
Na toediening van het radiofarmacon is een verplichte isolatieperiode van 24 uur vereist omwille van veiligheids- en regelgevingsoverwegingen, conform de richtlijnen voor stralingsbescherming.